In een rapport van de Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid wordt de vervolging van de Getuigen een wereldwijd fenomeen genoemd.
door Massimo Introvigne
Read the original article in English.
Als je in Eritrea lid bent van een bepaalde religie, raak je je staatsburgerschap en burgerrechten kwijt en eindig je waarschijnlijk in de gevangenis. Als je deze religie probeert te beoefenen in Tadzjikistan of Singapore, kun je gearresteerd worden. In Rusland is jouw religie verboden. Als je daar gevangen wordt gezet, kun je zelfs gemarteld worden. Zelfs in sommige democratische landen loop je als lid van deze religie het risico op verschillende manieren lastiggevallen te worden.
Volgens een rapport dat afgelopen maand is uitgebracht door USCIRF, de Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid, geldt dit voor de Jehovah’s Getuigen. USCIRF is een partijoverstijgende commissie van de Amerikaanse federale overheid. De leden ervan worden aangewezen door de congresleiders van de twee grote politieke partijen, de Democratische en de Republikeinse Partij, en benoemd door de president.
Misschien ook vanwege het USCIRF-rapport heeft Eritrea op 4 december 28 Jehovah’s Getuigen vrijgelaten, die tussen de 5 en 26 jaar gevangen hebben gezeten. Er zitten daar echter nog steeds 24 Getuigen in de gevangenis.
In het duistere gebied van schendingen van de godsdienstvrijheid zijn de bomen soms niet meer door het bos te zien. De situatie van Jehovah’s Getuigen in Rusland is dramatisch genoeg, en wordt vaak opgemerkt door internationale media. Wat het rapport van USCIRF uniek en waardevol maakt is dat het gaat over de wereldwijde situatie. Hoewel de vervolging van andere religieuze groeperingen wreder kan zijn, zijn deze het slachtoffer in één [land] of een beperkt aantal landen. Jehovah’s Getuigen worden in verschillende werelddelen vervolgd en in tientallen landen gediscrimineerd en lastiggevallen. Het rapport van USCIRF bevat paragrafen over Eritrea, Rusland, Tadzjikistan, Turkmenistan, Azerbeidzjan, Oezbekistan, Kazachstan, Singapore, en Zuid-Korea, maar maakt duidelijk dat dit slechts ‘voorbeelden’ zijn. De Getuigen ondervinden problemen in verschillende andere delen van de wereld. USCIRF erkent dat bij deze voorbeelden ‘niet de vele andere landen vermeld zijn waarin deze religie verboden is of lastiggevallen wordt door de overheid. De situatie is uiteindelijk nog minder rooskleurig dan ons overzicht te kennen geeft.’
Een van de redenen waarom Jehovah’s Getuigen vervolgd worden is hun onverzettelijke standpunt aangaande dienstweigering op grond van gewetensbezwaren, dat gebaseerd is op Bijbelse argumenten. Dit wordt volgens het rapport, uit onbegrip of opzettelijk, verkeerd geïnterpreteerd als anti-patriottisme of de ‘afwijzing van geldende waarden’. In werkelijkheid zijn Jehovah’s Getuigen gezagsgetrouwe burgers die bereid zijn ‘de samenleving op een vreedzame manier te dienen’, als ze de mogelijkheid krijgen om vervangende burgerdienst te verrichten die duidelijk niets te maken heeft met het militaire systeem.
Het USCIRF merkt op dat de Verenigde Naties en andere internationale instanties herhaaldelijk hebben verklaard dat dienstweigering op grond van gewetensbezwaren een mensenrecht is. Desondanks worden Jehovah’s Getuigen nog steeds in verscheidene landen gevangengezet omdat zij weigeren in het leger te dienen. Dit gebeurt onder andere in landen die betrokken zijn in endemische conflicten, zoals Azerbeidzjan (met Armenië) en Zuid-Korea (met Noord-Korea), hoewel het hooggerechtshof in het laatstgenoemde land in 2018 en 2020 heeft verklaard dat dienstweigering op religieuze gronden geen misdaad is, dat een mogelijkheid tot vervangende dienst zou moeten worden geboden en dat gevanggenomen Jehovah’s Getuigen vrijgelaten zouden moeten worden. Er zitten in Zuid-Korea nog 4 gevangen, omdat de ‘oprechtheid’ van hun dienstweigering op grond van gewetensbezwaren in twijfel wordt getrokken. Sinds 1953 hebben daar meer dan 19.000 Getuigen gevangengezeten. Zuid-Korea kent nu ook een vervangende dienstplicht, maar degenen die daarvoor kiezen moeten de vervangende dienst een jaar langer verrichten dan degenen die militaire dienst verrichten. Dat is een andere vorm van discriminatie.
In het rapport wordt gemeld dat in Eritrea 52 Getuigen in de gevangenis zaten (zoals eerder gezegd zijn er 28 vrijgelaten op 4 december). ‘Sommigen van deze Getuigen zitten meer dan twintig jaar gevangen. Naar verluidt zijn vier Getuigen in de gevangenis overleden en drie oudere mannen kort na hun vrijlating, als gevolg van de slechte omstandigheden in de gevangenis en de mishandeling door gevangenisautoriteiten.’ In het rapport wordt benadrukt dat, net zoals in andere landen, dienstweigering op grond van gewetensbezwaren zelden de enige reden is waarom Getuigen worden vervolgd. Sommigen van degenen die gevangenzitten in Eritrea zijn er alleen van beschuldigd illegaal religieuze bijeenkomsten te hebben bijgewoond of georganiseerd. Als je in het Afrikaanse land een van Jehovah’s Getuigen bent, worden het staatsburgerschap en burgerrechten je afgenomen. In Singapore werd de registratie van Jehovah’s Getuigen in 1972 ‘ingetrokken’. Hoewel de situatie daar de laatste jaren iets is verbeterd, kan de politie religieuze bijeenkomsten van niet-geregistreerde groepen altijd onderbreken en de aanwezigen arresteren.
In het rapport wordt uitgelegd dat de vervolging in Rusland en de voormalige Sovjetrepublieken in de Kaukasus en Centraal-Azië zijn oorsprong vindt in de Sovjetpropaganda die ‘Jehovah’s Getuigen tientallen jaren heeft gedemoniseerd als een gevaar voor de samenleving’. In recentere jaren ‘was het eenvoudig om van het bezien van de van oudsher belasterde gemeenschap als “anti-Sovjet” over te gaan op haar brandmerken als “extremistisch”’. Toch had het Rusland van na de Sovjet-Unie nog andere redenen om hard op te treden tegen de Getuigen, waaronder officiële anti-Amerikaanse en antiwesterse retoriek en de invloed van de meest conservatieve tak van de Russisch-orthodoxe Kerk. De invloed van Rusland is van cruciaal belang geweest in verschillende voormalige Sovjetrepublieken. Die heeft geleid tot een volledig verbod in Tadzjikistan, een steeds hardere aanpak in Turkmenistan en discriminatie in andere landen.
Waarom worden de Jehovah’s Getuigen vervolgd? In het rapport wordt de gevaarlijke, wereldwijde wildgroei aan wetten genoemd die gericht zijn tegen ‘extremistische’ religieuze groeperingen. Als rechtvaardiging voor deze wetten wordt de noodzaak om hard op te treden tegen gewelddadige en terroristische organisaties aangehaald. Deze wetten worden vervolgens gebruikt tegen de Getuigen, terwijl ‘de groepering qua leerstellingen apolitiek en pacifistisch is. De vervolging van haar leden als gevaarlijke “extremisten” toont aan de mogelijkheid er misbruik van te maken inherent is aan vage en verstrekkende anti-extremismewetgeving.’
Uiteindelijk zijn de redenen waarom Getuigen worden gediscrimineerd en vervolgd een onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Een symposium dat in september 2020 in Vilnius werd georganiseerd en online werd gehouden vanwege de COVID-19-pandemie, was volledig gewijd aan deze kwestie. De video-opname van het symposium is beschikbaar, en de conference papers zijn gepubliceerd in “The Journal of CESNUR.”
De Jehovah’s Getuigen verdedigen het recht om anders te leven: in deze wereld, maar als deel van een koninkrijk dat ‘niet [hoort] bij deze wereld’, zoals Jezus zegt in Johannes 18:36 (citaat afkomstig uit de Nieuwe Bijbelvertaling). Zijn onze samenlevingen bereid om degenen te tolereren die een andere manier van leven hebben dan de meerderheid, zolang ze vreedzame, eerlijke en gezagsgetrouwe burgers zijn? Dat het antwoord ’nee’ is in steeds meer landen, laat zien dat onze wereld een gevaarlijke plek wordt voor godsdienstvrijheid.