Een Belgische rechtbank ziet “geen gronden” voor de aanklacht tegen de organisatie dat er geen aangifte van seksueel kindermisbruik wordt gedaan.
Door Massimo Introvigne
Read the original article in English.
Op 5 oktober 2021 is in België een belangrijke uitspraak gedaan. Een uitspraak in het voordeel van Jehovah’s Getuigen. De Franstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel heeft de aanklacht tegen de Belgische organisatie van Jehovah’s Getuigen en haar individuele leden verworpen. Ze werden ervan beschuldigd dat zij, in strijd met de artikelen 422bis en 442quater van het Belgische Strafwetboek, geen aangifte bij de politie te doen van beschuldigingen van seksueel kindermisbruik in hun gemeenten.
Het begon met een serie artikelen in het dagblad Trouw uit 2017. Dit dagblad heeft binding met de Gereformeerde Kerken Nederland. Gesteund door de activistengroep Reclaimed Voices beschuldigde Trouw de Jehovah’s Getuigen ervan kwesties van seksueel misbruik in de doofpot te stoppen. Deze ongegronde beschuldigingen werden zowel in Nederland als in België verder verspreid door antisekte organisaties en verschillende media.
Het Belgische overheidsorgaan IACSSO (Informatie- en Adviescentrum inzake Schadelijke Sektarische Organisaties) houdt toezicht op ‘gevaarlijke sekten’. Het wordt vaak vergeleken met het Franse MIVILUDES, maar IACSSO is, prijzenswaardig, in sommige gevallen opener geweest dan MIVILUDES om controversiële kwesties te bespreken met wetenschappers op het gebied van nieuwe religieuze bewegingen die het niet eens zijn met de antisekten berichtgeving op dit gebied.
Voor zover ik weet heeft IACSSO dit echter niet gedaan tijdens het opstellen van hun rapport over ‘de afhandeling van seksueel misbruik van minderjarigen binnen de groepering getuigen van Jehova’ dat op 30 november 2018 werd gepresenteerd. Ook werd op geen enkel moment tijdens de voorbereiding van het IACSSO-rapport door de auteurs contact opgenomen met het hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen in België, welke werkwijze zowel onjuist als oneerlijk te noemen is.
In het document beweerde IACSSO dat zij in juni 2018 een bericht ontvingen waaruit zou blijken dat drie van de 286 meldingen die Reclaimed Voices in Nederland heeft ontvangen, betrekking hebben op feiten die zich naar verluidt in België zouden hebben afgespeeld. Het lijkt erop dat dit een van de aanleidingen was voor het opstellen van het IACSSO-rapport.
Op 9 maart 2021 meldde de in Brussel gevestigde NGO Human Rights Without Frontiers echter het volgende: ‘Een Nederlands sprekend bestuurslid van Human Rights Without Frontiers (HRWF) heeft contact opgenomen met Reclaimed Voices in Nederland om de geloofwaardigheid van deze informatie na te gaan en meer details te krijgen over de drie vermeende gevallen van seksueel misbruik in België. In zijn reactie ontkende de voorzitter van Reclaimed Voices het in België gepubliceerd bericht en schreef in een privébericht gedateerd 10 februari 2021: ‘De informatie in het rapport van het IACSSO is incorrect. Wij hebben op 29 maart 2019 mevrouw Kerstine VanderPutte over deze onjuistheid gemaild. Het viel ons destijds op dat Koen Geerts, minister van Justitie (CD&V) daags ervoor in België bij radio 1 het volgende meldde: “Het is het IACSSO zelf die in Nederland informatie is gaan halen en heeft vastgesteld dat van die 286 Nederlandse klachten er drie Belgische waren”. Iets soortgelijks werd op tv gezegd, bij Van Gils & gasten. Wij hebben in de Nederlandse media steeds alleen gecommuniceerd over de Nederlandse situatie. Aantallen die genoemd zijn betreffen alleen (vermeende) slachtoffers van misbruik in Nederland.’
Hoe de gegevens voor Nederland werden verzameld en opgesteld is eveneens zeer twijfelachtig, maar zover het België betreft hebben de drie Belgische gevallen op de ‘Reclaimed Voices’-lijst feitelijk nooit bestaan.
Afgezien van de onjuiste verwijzing naar drie in Nederland ‘ontdekte’ Belgische gevallen, vermeldde IACSSO dat zij andere ‘directe of indirecte’ meldingen had ontvangen, maar het grootste deel van haar rapport ging niet over België, er werden geen specifieke gevallen in geciteerd, en de meeste ‘informatie’ was afkomstig van berichten uit de media.
De Amerikaanse wetenschapster Holly Folk schreef in Bitter Winter: ‘Het is lastig om het Belgische rapport te beoordelen, omdat er weinig eigen onderzoek gedaan is of er weinig gegevens over België zijn. Dat het document een teleurstelling is in vergelijking met wat er was beloofd is nog zwak uitgedrukt. Het rapport voldoet niet eens aan de standaardeisen voor sociaalwetenschappelijk onderzoek.’
Desondanks werd het rapport serieus genomen door het Belgische parlement, dat een ‘studiegroep’ samenstelde die met IACSSO over de kwestie in gesprek ging. De zaak werd ook serieus genomen door de Belgische justitie, die naar aanleiding van de aangifte van IACSSO een strafprocedure tegen de Jehovah’s Getuigen startte. Op 21 april 2021 vaardigde de Officier van Justitie een huiszoekingsbevel uit voor het nationale hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen in België.
Noch de huiszoeking, noch het strafrechtelijk onderzoek leverde enig bewijs op dat Jehovah’s Getuigen in België ooit leden die beschuldigd waren van seksueel kindermisbruik hebben beschermd door geen aangifte te doen bij de politie, wat in strijd zou zijn met de Belgische meldplicht. Het beleid van de Jehovah’s Getuigen is dat in landen waar een meldplicht bestaat, én in landen waar er geen meldplicht bestaat maar er reden is om aan te nemen dat een kind gevaar loopt te worden misbruikt, er aangifte moet worden gedaan bij de bevoegde overheidsinstanties. Ik heb verschillende kwesties onderzocht waarbij dit in België is gebeurd.
De Brusselse rechtbank is nu tot de conclusie gekomen dat ‘er geen bewijs is’ dat Jehovah’s Getuigen in België de meldplicht hebben geschonden. Er zijn alleen ‘eenzijdige verklaringen’ van de indiener van de klacht (IACSSO) en van een aantal getuigen die ‘niet bevestigd worden door enig ander onderdeel van het onderzoek’, met inbegrip van de huiszoeking. Wetenschappers op het gebied van nieuwe religieuze bewegingen hebben er herhaaldelijk voor gewaarschuwd dat beschuldigingen van ontevreden voormalige leden uiteraard moeten worden onderzocht, maar niet als vaststaande feiten kunnen worden beschouwd en dat daarbij hun houding en beweegredenen in aanmerking moeten worden genomen.
Op 18 juni 2021 is door de Jehovah’s Getuigen in België een civiele vordering wegens smaad ingesteld tegen het Ministerie van Justitie van België (verantwoordelijk voor IACCSO) wegens de valse verklaringen van IACCSO over het kinderbeschermingsbeleid van Jehovah’s Getuigen. Een hoorzitting over deze aanklacht wegens smaad staat gepland voor 5 mei 2022.