BITTER WINTER

De Parijse administratieve rechtbank heeft geoordeeld dat het ‘feitelijk onjuist’ is te beweren dat Jehovah’s Getuigen gevallen van seksueel misbruik van kinderen niet aan seculiere autoriteiten melden, of dat ze kinderen ontmoedigen onderwijs te volgen.

door Massimo Introvigne

Read the original article in English.

De Parijse administratieve rechtbank (bron)
De Parijse administratieve rechtbank (bron)

MIVILUDES, het controversiële Franse overheidsorgaan ter voorkoming en bestrijding van ‘sektarische misstanden’ verloor op 14 juni 2024 voor de 6e kamer van de Parijse administratieve rechtbank een zaak tegen Jehovah’s Getuigen. De Jehovah’s Getuigen maakten bezwaar tegen twee korte en twee langere verklaringen in het MIVILUDES-rapport 2018–2020 en in het rapport ‘Lutte contre les dérives sectaires’ (De strijd tegen sektarische misstanden) van 24 februari 2021. De rechtbank oordeelde dat de twee langere verklaringen lasterlijk waren en de twee korte niet lasterlijk. Voor het geval MIVILUDES het voorbeeld van de particuliere antisektarische federatie FECRIS zou willen volgen en zou beweren de zaak gewonnen te hebben terwijl ze die verloren heeft, bestaat er de volgende gouden regel: in welke richting heeft de rechtbank geld van eigenaar laten wisselen? In de Parijse zaak moest de Franse overheid een bedrag overdragen aan de Jehovah’s Getuigen, en niet andersom.

MIVILUDES publiceerde vier verklaringen die de Jehovah’s Getuigen bezwaarlijk vonden. De kortere verklaringen gingen over bloedtransfusie en het zogenaamde mijden. Beide thema’s komen vaak voor in antisektarische lectuur tegen Jehovah’s Getuigen. In de eerste verklaring staat: ‘Het problematische aan de getuigenissen is dat het gaat om een principiële weigering van bloedtransfusies…’ In het tweede staat: ‘Er zijn ook problemen gemeld rond het ‘meedogenloos’ mijden van volgelingen (…) en het daadwerkelijke mijden dat wordt toegepast voor diegenen die besluiten de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen te verlaten.’ De redding van MIVILUDES was hier het gebruik van aanhalingstekens. De rechtbank oordeelde dat MIVILUDES niet haar eigen positie beschreef. Dit bleek ‘vooral door het gebruik van aanhalingstekens’. Verder oordeelde de rechtbank dat de verklaringen ‘zich beperkten tot een beschrijving van de ontvangen getuigenissen’ op een ‘beknopte’ manier en zonder daar in het bijzonder over uit te weiden.

Maar het rapport MIVILUDES 2018-2020 weidde wel degelijk uit over de thema’s seksueel kindermisbruik en onderwijs voor kinderen. Op het eerste thema schreef MIVILUDES: ‘Wanneer iemand zijn toevlucht neemt tot het lichaam van ouderlingen in het geval van een geschil binnen de gemeenschap, ligt het probleem in de aanbeveling die leden krijgen om geen seculiere zaak aan te spannen, zelfs in het geval van een ernstig misdrijf. Deze aanbeveling en de interne afhandeling van een klacht zijn in strijd met de wetten van de Republiek. Ze kunnen ertoe leiden dat kwetsbare slachtoffers, kinderen in het bijzonder, een adequate aanpak van hun klacht wordt ontnomen en kunnen leiden tot herhaling van soortgelijke incidenten.’ Over onderwijs schreef MIVILUDES: ‘Voor wat betreft het onderwijs voor kinderen (…) wordt het ontvangen onderwijs in diskrediet gebracht (…) en wordt het volgen van langdurige studies ontmoedigd.’ De houding van de Jehovah’s Getuigen werd voorgesteld als ‘in strijd met de wetten van de Republiek en een negatieve invloed op het onderwijs van de kinderen.’

De rechtbank gaf in algemene zin aan dat MIVILUDES ‘zich moet houden aan de plicht om evenwichtig, onpartijdig en neutraal te zijn, zoals een bestuurlijke instantie betaamt. Ze moet het vooral nalaten in haar jaarverslag onjuiste, misleidende of lasterlijke informatie te publiceren.’ De rechtbank oordeelde dat MIVILUDES die plicht had verzaakt en dat de twee verklaringen inderdaad onjuist, misleidend en lasterlijk waren.

Het besluit van 14 juni 2024.
Het besluit van 14 juni 2024.

Het besluit vermeldt dat de argumentatie van MIVILUDES voor de bewering dat Jehovah’s Getuigen gevallen van seksueel kindermisbruik niet aan seculiere autoriteiten zouden melden gebaseerd was op ‘drie getuigenissen hierover, en dat ze beweerde dat die werden ondersteund door enerzijds een rapport van de onderzoekscommissie van de Australische Senaat (de Australian Royal Commission Committee, 2017), twee besluiten van een rechtbank en van een Hof van Beroep in Californië (2012, 2015) en een persbericht over een zaak, en anderzijds de inhoud van de 2020-editie van het boek ‘Zorg als een herder voor Gods kudde’ dat dient als een pastoraal handboek voor ouderlingen. Maar het werk dat onder auspiciën van de Australische Senaat (nl. door de Australian Royal Commission Committee) is gedaan en dat zich beperkt tot het grondgebied van die staat, en de rechterlijke uitspraken van Amerikaanse rechtbanken jaren vóór de periode waarop het omstreden rapport betrekking heeft, zijn geen factoren op basis waarvan het sektarisch risico in Frankrijk kan worden beoordeeld. Daarbij komt dat de Jehovah’s Getuigen een serie getuigenissen hebben overlegd van leden die op hun eer verklaren dat ze misbruik bij de Franse autoriteiten hebben gemeld. Ook heeft de beweging een communiqué (18 januari 2008) aan de leden en de minister van Justitie gestuurd, die ontvangst bevestigde op 11 februari, waarin allereerst de meldplicht onder de Franse wet werd herhaald en ook werd benadrukt dat de interne kerkelijke tuchtprocedure geen vervanging is voor de procedure die de autoriteiten in werking stellen.’

Daarnaast gaf de rechtbank te kennen dat ‘hoewel de eisende organisatie, zonder op dit punt te worden betwist, stelt dat de 2019-editie van het handboek ‘Zorg als een herder voor Gods kudde’ die door de minister (die eindverantwoordelijk is voor MIVILUDES) is overlegd een algemeen document is dat wereldwijd is gepubliceerd, ze ook een uittreksel van de Franse bijlage van het handboek beschikbaar heeft gesteld waarin een expliciete herinnering staat aan de plicht om kindermisbruik te melden en een verzoek aan ouderlingen staat om onmiddellijk contact op te nemen met de juridische afdeling van de organisatie ‘om advies in te winnen zodat de Franse wet inzake het melden van kindermisbruik wordt nageleefd’. Ook wordt opgemerkt dat deze herinnering aan landelijk wettelijke plichten al sinds de 2010-editie in het handboek staat. Tot slot stelt de rechtbank dat ‘het bestaan van een interne tuchtprocedure bij de Jehovah’s Getuigen, ondanks het feit dat de terminologie in het kerkelijk handboek lijkt op die van het strafrecht, niet betekent dat wij, in het licht van de eerdergenoemde factoren, ervan uit kunnen gaan dat de organisatie melding aan de Franse autoriteiten zou dwarsbomen.’

Gezien het voorgaande zijn ‘drie getuigenissen’ en een persbericht niet voldoende om de beschuldigingen van MIVILUDES te staven. De rechtbank stelt dat MIVILUDES ‘hiermee een dwaling ten aanzien van feiten heeft begaan’.

Jehovah’s Witnesses evangelizing in France. Source: JW.org.
Jehovah’s Getuigen evangeliseren in Frankrijk (bron: jw.org)

Voor wat betreft onderwijs voor kinderen merkten de rechters op dat ‘de minister geen enkele recente getuigenissen heeft overgelegd en zich beperkt tot het citeren van passages van 1975, 2005 en 2015 uit ‘De Wachttoren’, het theologische tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, twee getuigenissen die voor de onderzoekscommissie van de Assembleé Nationale zijn gegeven over de invloed van sektarische bewegingen en de gevolgen van hun gebruiken op de lichamelijke en mentale gezondheid van minderjarigen (12 december 2006) evenals de resultaten van een onderzoek dat tussen 2007 en 2014 in de Verenigde Staten is uitgevoerd.’ Geen van bovengenoemde citaten gaan over de periode 2018-2020 in Frankrijk of ondersteunen de ‘feitelijk onjuiste’ beschuldigingen van MIVILUDES dat Franse Jehovah’s Getuigen onderwijs zouden ontmoedigen.

MIVILUDES is veroordeeld tot het binnen 15 dagen verwijderen van de onjuiste beweringen. Hoewel dit toereikend is, blijft het feit bestaan dat er een agentschap binnen de Franse overheid bestaat dat onjuiste informatie verspreidt en religieuze minderheden belastert op kosten van de Franse belastingbetaler.